Een kat komt als je ze roept, tenzij ze wat beters te doen heeft - Alfred Adler
Katten zijn van nature kleine drinkers. In de natuur halen katten het vocht uit het vers vlees dat ze jagen. Dit bevat over het algemeen veel vocht. De meeste huiskatten echter eten droogvoer. Commercieel droogvoer bestaat maar uit 10% water. Daarom moeten huiskatten extra drinkwater nuttigen om voldoende gehydrateerd te blijven, zeker wanneer ze enkel droogvoer eten. Klik op de volgende link voor bijkomende drinktips voor katten.
Katteneigenaars zouden best diverse waterbronnen aanbieden: een waterbak, stromend water en water met een smaakje.
Een waterbak voor katten moet breed genoeg zijn zodat de snorharen niet in contact komen met de rand. Je vult de waterbak best 2 maal per dag met fris water. Stilstaand water vormt na een tijdje een haard van bacterien. Katten hebben een reukzin die tweemaal zo sterk is als die van mensen. Ze reuken de kiemen in het stilstaand water van ver en zullen er daarom niet van drinken.
Stromend water trekt katten meer aan omdat ze van nature jagers zijn en beweging meteen hun aandacht gaat trekt. Stromend water heeft ook geen geurtje en belet dat de snorharen nat worden tijdens het drinken. Een kraantje open zetten kan dus een oplossing zijn maar is niet altijd haalbaar. Een drinkfontein voorziet uw kat van drinkwater, ook als je zelf niet thuis bent. Als uw kat alleen maar droogvoer krijgt zal ze heel zeker gebruik maken van de drinkfontein. Katten die natvoer krijgen zullen de waterfontein iets minder gebruiken maar zijn in de meeste gevallen nog blij met de drinkfontein.
Afgekoeld kookvocht van kip of vis kan perfect dienen als water met een smaakje.
Klik op de volgende link voor meer info ivm de drinkfontein op de foto.